Interview met Liesbeth Denee
- Home
- Interview met Liesbeth Denee
Leestijd 10 minuten
‘We weten te weinig van ons pensioen’
Liesbeth Denee is sinds september 2021 aspirant bestuurslid van SPOA. In september van dit jaar kreeg zij haar goedkeuring van De Nederlandsche Bank en is daarmee kersvers nieuw bestuurslid van SPOA. In haar profiel staat dat zij openbaar apotheker is, maar ook bestuurder, toezichthouder, projectmanager, medical manager en trainer. Liesbeth is 44 jaar oud en is apotheker van de Dienstapotheek Noord West Veluwe in Harderwijk. Liesbeth is getrouwd en heeft 3 kinderen. Haar echtgenoot is ook apotheker. ‘Maar thuis gaat het ook over andere zaken dan de apotheek hoor. Voetbal, hockey, vakantie of vogels zijn ook onderwerp van gesprek.’
Na mijn studie farmacie ben ik in de openbare apotheek gaan werken. Eerst in Ede, daarna in Harderwijk. Na een paar jaar ben ik dat gaan combineren met les geven aan de Universiteit Utrecht. Vervolgens heb ik de overstap gemaakt naar de farmaceutische industrie. Ik heb 9 jaar gewerkt voor Novartis als medisch adviseur, maar na bijna 10 mooie en leerzame jaren ben ik toch teruggekeerd naar de apotheek. Dat was zo’n 5 jaar geleden. Als apotheker werk ik voor namelijk in de dienstapotheek.
'Pensioen is helemaal niet zo saai, maar juist heel dynamisch’
Pensioen hersenkraker
Ik heb wel gemerkt dat ik graag wat meer doe dan alleen de apotheek. Ik vind dat we het in Nederland met elkaar goed geregeld hebben en wil daar ook graag aan bijdragen. Zo ben ik toen op het spoor gekomen van een vacature voor bestuurder van het pensioenfonds. Een collega tipte me en zei; joh is dat niks voor jou? En toen dacht ik; tja, dat weet ik niet zo goed want ik weet weinig van pensioen. Maar ik hou wel van een intellectuele uitdaging om mijn hersenen te laten kraken. Maar moet dat dan het apothekerspensioen zijn?
Ik heb toen gesproken met Mariëtte van de Lustgraaf en Carolijn Huizinga, bestuurders van het pensioenfonds. Dat waren heel leuke gesprekken. Pensioen was voor mij nog onbekend terrein, ik vond het niet nodig om mij erin te verdiepen, omdat het wel goed geregeld was. Maar ik begrijp ook dat je daar mensen voor nodig hebt. Ik pikte op dat pensioen helemaal niet zo saai is, maar juist heel dynamisch.
En voor een beroepspensioenfonds als SPOA is de input van apothekers essentieel. Toen dacht ik: misschien moet dit mijn nieuwe uitdaging wel worden. En zo is het gekomen.’
Geen trein maar een intercity
Ik moet zeggen, ik ben niet zomaar op een trein gestapt, maar op een intercity. Je moet ontzettend veel weten over pensioen. Zodra ik begon als aspirant bestuurslid ben ik ook begonnen aan de opleiding tot pensioenbestuurder. Om bestuurder te mogen worden van een pensioenfonds moet je minimaal een dergelijke opleiding hebben afgerond. Enerzijds alle vergaderingen volgen en anderzijds alle inhoudelijke materie met definities, regels en veel financiële zaken tot je nemen. Beleggingen, oude pensioenstelsel, nieuwe pensioenstelsel, Financieel Toetsingskader, Transitietoetsingskader, noem maar op. Als klap op de vuurpijl mocht ik in september daadwerkelijk naar DNB om daar in een gesprek aan te tonen dat ik mij die kennis ook eigen had gemaakt. En dat is gelukt.
Het kan makkelijker
Ik breng als apotheker natuurlijk mijn ervaring als deelnemer mee. Daar ligt voor mij een rol in het bestuur en daar put ik ook mijn inspiratie uit. Ik wil er iets voor mezelf uithalen, maar mijn werk moet vooral
toegevoegde waarde hebben voor de deelnemers, mijn collega-apothekers. Ik zal me in eerste instantie nog meer verdiepen in het pensioenfonds. Voor mij is het een machtig mooie wereld waar ik juist een tipje van de sluier opgelicht heb gekregen, maar ik wil ook dingen bereiken.
Ik zou graag zien dat het voor de apotheker makkelijker wordt om de pensioenzaken goed te regelen. We werken nu bijvoorbeeld nog met 2 portalen: een deelnemers portaal en administratieportaal. Het is al beter dan wat we hadden, begrijp ik. Maar als gebruiker vind ik het nog steeds onvoldoende gebruiksvriendelijk. Zo ben ik zelf bijvoorbeeld altijd op zoek naar mijn inlogcodes en eenmaal ingelogd is niet in één oogopslag duidelijk waar ik bepaalde zaken kan vinden. De drempel voor deel nemers om zich bezig te houden met het pensioen moet omlaag.
De jaarlijkse inkomensopgave is nog zo’n voorbeeld. Die is gewoon lastig. De wens om fiscaal optimaal pensioen op te bouwen is een goed uitgangspunt, maar blijkt soms ook heel complex. In mijn ogen moet de basis op orde zijn bij de start van de klantreis. Als dat niet het geval is en een deelnemer stopt daardoor, dan is dat nadelig.
Een eventueel fiscaal voordeel weegt daar in mijn ogen niet tegenop.
We weten gewoon te weinig van ons pensioen
Zo weinig als ik van pensioen wist, dat geldt ook voor veel van mijn collega’s. Dat was vroeger misschien niet zo’n probleem, maar de beroepsgroep is veranderd. Vroeger verkocht je je apotheek aan het einde van je werkzame leven. De opbrengsten van de verkoop in combinatie met het pensioen van SPOA stonden garant voor een goed inkomen na pensionering.
Maar vandaag de dag is dat anders, het merendeel van de collega’s werkt in loondienst, vaak ook parttime. De vraag is of de aandacht voor pensioen nu wel voldoende is. Of je niet meer betrokken zou moeten zijn om te kijken of je inderdaad voldoende pensioen opbouwt. Heb je nog andere middelen? Of moet je op een andere manier extra pensioen opbouwen? Ik vind dat relevante vragen voor de apotheker van deze tijd. Veel meer dan vroeger.
Je betaalt toch veel geld voor je pensioen?
Je zou zeggen dat dat deelnemers alerter moet maken, maar de verplichtstelling speelt hier volgens mij een belangrijke rol. Die zorgt ervoor dat alle apothekers pensioen opbouwen en risico’s delen en dat is wat mij betreft ook goed. Tegelijkertijd, je moet de premie dus sowieso betalen. Daar kun je van alles van vinden, maar dat is nou eenmaal onze regeling die we samen hebben afgesproken. Dus die verplichtstelling zorgt er op een of andere manier ook voor dat je minder goed oplet of op een verkeerde manier naar je pensioen kijkt.
De transitietrein dendert door
Ja, dat is eigenlijk de intercity waar ik het over had. Je moet schakelen. Je bent bezig met het huidige stelsel en wat daar allemaal moet gebeuren. Maar daarnaast besteed je de helft van je tijd aan het nieuwe stelsel en de voorbereidingen van de transitie. Dat moet goed verlopen. Alles moet zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen van onze deelnemers.