Nieuws
Gepubliceerd op 22-09-2017
Zin en onzin over pensioenen
Er is steeds meer aandacht voor ons pensioen. Dat is belangrijk, want er is in de laatste jaren veel veranderd op pensioengebied. Niet alle beeldvorming over pensioen is echter juist. Om die reden heeft de Pensioenfederatie enkele belangrijke pensioenweetjes op een rij gezet.
De leeftijd waarop je met pensioen gaat is:
0 67 jaar en 3 maanden
0 68 jaar
0 dit verschilt
De AOW-leeftijd gaat nu al in stappen omhoog naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. In 2022 wordt de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden. Vanaf 2022 is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Ook voor pensioenen is de levensverwachting van belang. De pensioenrichtleeftijd is een rekenleeftijd die wordt gebruikt voor de berekening van de jaarlijkse maximaal toegestane fiscale pensioenopbouw. Deze is met ingang van 1 januari 2018 vastgesteld op 68 jaar. De pensioenrekenleeftijd van 68 jaar betekent dat pensioenfondsen er voor het nieuw op te bouwen pensioen vanuit moeten gaan dat het pensioen ingaat op 68 jaar. Deelnemers kunnen echter ook eerder of later met pensioen gaan.
De pensioenpot is over een paar jaar:
0 goed gevuld
0 leeg
Er is meer geld dan ooit tevoren in de Nederlandse pensioenpotten. Het totale vermogen nadert de 1300 miljard euro. Dat geld is zowel bestemd voor degenen die nu nog werken, als voor degenen die nu met pensioen zijn. Er is dus straks ook voor de huidige werkenden pensioen.
Door de lage rente zijn de pensioenverplichtingen harder gestegen dan het vermogen. Daarom kunnen de pensioenen toch niet aan de prijsstijgingen worden aangepast (indexeren). Er moet veel geld in de pensioenpot blijven voor toekomstige generaties. Dat is ook nodig omdat mensen steeds ouder worden (gelukkig!) en de groep gepensioneerden harder groeit dan de groep werkenden.
Rentederivaten hebben de pensioenfondsen tijdens de economische crisis:
0 veel geld bespaard
0 veel geld gekost
Veel pensioenfondsen hebben zich verzekerd tegen een dalende rente met rentederivaten. Dat heeft hen de afgelopen jaren veel euro’s extra opgeleverd. Omdat er door de lage rente nóg meer extra geld in de pensioenpot moet zitten, is de financiële positie vaak toch verslechterd. Maar zonder deze bescherming tegen een dalende rente zouden ze er nu veel slechter voor staan.
Het pensioen bedraagt gemiddeld:
0 meer dan alle betaalde premies
0 minder dan alle betaalde premies
Wie nu gepensioneerd is, krijgt gemiddeld bijna 4 keer zoveel als het totaal van de betaalde premies. Het uitgestelde loon is dus verviervoudigd, dankzij de beleggingen van de pensioenfondsen. Die verhouding ligt voor de toekomst wel lager. Pensioenfondsen geven aan dat er nu een verhouding van 2,5 tot 3 maal de totaal betaalde premies wordt gehaald. Dat is dus ook in de toekomst fors meer dan de betaalde premies.
De pensioenpremie op een spaarrekening zetten, had voor het pensioen:
0 meer opgeleverd
0 minder opgeleverd
Met sparen kan nooit hetzelfde rendement worden gehaald als pensioenfondsen realiseren met hun lange termijn beleggingen. Zeker in deze tijd, waarin de spaarrente historisch laag is. Omdat het een collectief pensioenstelsel is, worden de risico’s van de beleggingen gedeeld. Dat maakt dat een pensioenfonds op de lange termijn betere rendementen kan realiseren dan iemand die zelfstandig gaat beleggen.
Informatie over pensioenen is:
0 eenvoudiger geworden
0 complexer geworden
Doordat er meer maatwerk is, en doordat pensioen aan veel regels is gebonden, is het onderwerp pensioen complexer geworden. De duidelijkheid over het eigen pensioen is aan de andere kant groter geworden: op de website mijnpensioenoverzicht.nl kan iedereen in een oogopslag zien waar hij welk pensioen heeft opgebouwd.
Bron: PensioenFederatie 2017.